Expo in Parijs legt verbanden bloot tussen islamitische kunst en luxehuis Cartier | Sabato

2021-11-22 01:35:30 By : Ms. yiyi deng

In de categorie onverwachte links: het Franse luxehuis Cartier maakt een tentoonstelling over zijn connectie met de islam. Een ondeugende manier om de liefde te bedrijven met het Midden-Oosterse publiek? Of pure culturele toe-eigening? We gingen naar Parijs en groeven het uit.

Waar denk je aan als je aan Cartier-sieraden denkt? filmsterren. rekening. Rode tapijten. rekening. panters. rekening. Kleurrijke stenen. rekening. De profeet Mohammed. toch? Wat je waarschijnlijk niet wist, is dat islamitische kunst al meer dan 120 jaar de belangrijkste inspiratiebron is voor het Parijse sieradenmerk. Om dit in de verf te zetten is zojuist de tentoonstelling 'Cartier et les Arts de l'Islam' geopend in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs. Al wilden ze de tentoonstelling even 'Cartier et l'Orient' noemen. Dat laat maar weer zien hoe gevoelig het onderwerp is. En hoe politiek geladen de islam is. Bovendien ligt er in deze wakkere tijden een duidelijke kritiek à la culturele toe-eigening op de loer.

'Het thema van de expo was nooit controversieel. In het begin was er wat discussie over de titel. Sommigen stelden voor om 'l'Islam' te vervangen door 'l'Orient', maar dat veegde ik resoluut van tafel. Die vlag dekt het niet: islamitische kunst is te vinden van Andalusië tot India, van Marokko tot Pakistan, van Afghanistan tot Bangladesh, van Turkije tot Iran. Bovendien noemt elk kunsthistorisch museum die afdeling 'islamitische kunst', kijk maar naar het Louvre of het British Museum. Dat heeft voor mij geen politieke dimensie', stelt Pierre Rainero. Hij werkt sinds 1984 voor Cartier en is verantwoordelijk voor zowel het patrimonium als de Cartier-stijl. Hij bepaalt wat wel en niet past binnen het Cartier DNA.

Het idee voor deze expo kwam halverwege de jaren 2010 van zijn hoed. Nu leidt hij ons eindelijk door de expo. Links en rechts lopen nog mannen rond met boren en zaklampen, de laatste kasten in elkaar zetten en de verlichting afstellen. De opening is pas over twee dagen. Er zijn meer dan vijfhonderd stukken te zien. Veel sieraden natuurlijk, maar ook meesterwerken van de islamitische kunst, zoals textiel, aardewerk, mozaïeken en manuscripten. Tegelijkertijd zijn er foto's, schetsen en archiefdocumenten die getuigen van Cartiers interesse in islamitische kunst. Het is een amalgaam van verschillende talen en culturen, verspreid over een periode van de 7e tot de 19e eeuw en over een gebied van Spanje tot India. 'Daarom spreken we over islamitische kunsten in de titel, in het meervoud', zegt Rainero.

Hij werkte meer dan vijf jaar aan het project, samen met curatoren van het Musée des Arts Décoratifs, het Louvre en het Dallas Museum of Art. In het voorjaar van 2022 reist de tentoonstelling naar de VS. 'Ik wist dat islamitische kunst een grote rol speelde. Maar bij het maken van de tentoonstelling vonden de curatoren veel meer bewijs van die invloed dan ik ooit had kunnen vermoeden', pochte Rainero. 'Eerst kwamen ze in onze eigen collectie van ruim 3000 stukken grasduin, daarna doken ze hun eigen depots in en gingen op zoek naar bruiklenen. De verbanden waren treffend.'

Er is een bandeau – een soort tiara – uit 1922 in platina, goud, koraal, onyx en diamant, waarvan het ontwerp direct is afgeleid van een reeks ronde bogen in het Alhambra, het Moorse paleis in Granada. Of een parure – een set oorbellen en een ketting – in dezelfde rood-groene kleurencombinatie als een bord in Iznik keramiek uit Turkije.

"Van alle invloeden is de islamitische kunst zonder twijfel de belangrijkste", zegt Rainero. “Ze had een diepgaande en structurele impact op de creatieve taal van Cartier. Het gaat verder dan de sieradenontwerpen zelf: bij Cartier worden bijvoorbeeld veel broches en hangers vastgemaakt met een tweehaakssluiting, versierd met bladeren of geometrische patronen. Opnieuw geïnspireerd door een islamitisch motief van eindstukken. Dat ontdekten we in tekeningen van Charles Jacqueau, de belangrijkste ontwerper in het ontwerpteam van Louis Cartier tussen 1900 en 1930.' En na Jacqueau zou de Belgische Jeanne Toussaint, die van 1933 tot 1970 artistiek leider was van Cartier, rijkelijk blijven putten uit islamitische beeldtaal. Typerend voor haar sieradencollectie 'Tutti Frutti' was bijvoorbeeld de kleurencombinatie blauw en groen, die rechtstreeks ontleend was aan de islamitische kunst.

Het is geen toeval dat Rainero aanklopte bij het Musée des Arts Décoratifs. In 1903 vond hier de allereerste westerse tentoonstelling over islamitische kunst plaats: 'Exposition des Arts Musulmans'. Een tentoonstelling met een gigantisch rimpeleffect, vergelijkbaar met de tentoonstelling 'Les Primitifs Flamands' in Brugge in 1902, die de Vlaamse primitieven apprecieerde. Exposities die de loop van de kunstgeschiedenis veranderden.

'Die tentoonstelling in 1903 in het Musée des Arts Décoratifs haalde de islamitische kunst uit de etnografische hoek', zegt Rainero. Ook Louis Cartier - de kleinzoon van oprichter Louis-François die in 1898 bij het bedrijf kwam werken - bezocht de tentoonstelling. 'Zijn catalogus zit in ons archief. Het was een visuele schok voor hem. Hij is daarna ook zelf gaan verzamelen. In die tijd kwam er een hele handel in islamitische voorwerpen op gang met Parijs als draaischijf.' Op deze Cartier-expo staan ​​trouwens heel wat stukken die hier in 1903 ook te zien waren.

Het is dan ook geen toeval dat Louis Cartier vanaf 1904 sieraden begint te maken met abstracte geometrische patronen. Later werden ze bestempeld als Art Deco, maar ze lieten zich inspireren door islamitische invloeden. Wie rondloopt op de tentoonstelling vraagt ​​zich af of we de art deco met de geometrische patronen mogen crediteren. Of steunde deze 'westerse' vinding op de externe invloed van islamitische kunst? 'Tot 1904 stond Cartier bekend om zijn 'slingerstijl': 18e-eeuws neoklassiek', zegt Rainero. “Het was gedurfd dat Cartier met radicaal andere sieraden kwam. Het merk zette zijn goede naam op het spel. Tegelijkertijd keken mensen ernaar, want Cartier was een gerenommeerd huis dat ook werkte voor gekroonde hoofden.'

Hoofdpersoon in de tentoonstelling is Louis Cartier (1874-1942). Samen met zijn broer Jacques is hij verantwoordelijk voor de nieuwe moderne esthetiek van Cartier. De geometrisch abstracte art-decostijl waarmee Cartier naam maakte. En dat komt dus voort uit islamitische kunst.

Hoe dat ging, ontdek je in twee stappen op de expo. Eerst zie je de context: het Parijs van 1900 waarin Louis Cartier de islamitische kunst ontdekte. Met kostuums uit 'Sjeherazade' van Les Ballets Russes uit 1910. En ook Cartiers persoonlijke verzameling Perzische voorwerpen: boeken, dolken, keramiek, etuis, prenten, sigarettenkokers.

De tweede helft van de tentoonstelling analyseert islamitisch geïnspireerde vormen en motieven. De overeenkomsten met Cartier sieraden zijn opvallend. We zien onder andere de boteh, de druppelvorm uit het paisley-motief. Maar ook arabesken, cipressen, getrapte kantelen, saz-bladeren, kruisbloemen. En natuurlijk de grafische patronen die voortkomen uit de kalligrafie, die misschien wel zijn belangrijkste plaats heeft binnen de islamitische kunst. Omdat het afbeelden van mensen en dieren wordt ontmoedigd, wordt schrijven een artistieke vorm.

Opvallend is dat Cartier vooral inspiratie vond in architectuur en decoratieve objecten. Al putte hij ook uit islamitische sieraden. Zo is Cartier begonnen met het maken van armbanden voor de bovenarm. Het luxe merk rijgde stenen aan een koord voor extra comfort en vond nieuwe manieren om stenen in bijvoorbeeld bladvormen te boetseren. Drie koffers die het kopieerde van Indiase sieraden en in de eigen collectie integreerde. Cartier verzamelde ook veel oosterse sieraden en accessoires, zoals handtassen. Vanaf de jaren twintig verwerkte het ze als elementen in sieraden en accessoires van Cartier, zoals aanstekers en sigarettenkokers: de zogenaamde 'apprêts'.

We vragen ons nog steeds af: waarom introduceerde Louis Cartier die islamitische kunstinvloed? 'Zijn ambitie – en die van ons nog steeds – is om de heersende smaak te verbreden', zegt Rainero. 'En andere definities van schoonheid laten zien door vormen uit andere tijden en culturen te integreren in zijn sieraden.'

De Cartiers hadden een nieuwsgierige en ruimdenkende kijk op de wereld. Louis' broer Jacques reisde in 1912 naar India en Bahrein. Zelf reisde Louis niet fysiek, maar via tentoonstellingen en zijn eigen collectie en uitgebreide bibliotheek. 'Die islamitische invloed is er nog steeds. Omdat de geometrische patronen eindeloze creatieve mogelijkheden bieden. En omdat het in ons DNA zit. Cartier heeft een lexicon van vormen, een archief waaruit we putten. Vergelijk het met een taal, je maakt steeds nieuwe zinnen met dezelfde woorden', legt Rainero uit. 'De islamitische invloed zit zo diep in onze stijl verweven dat we niet meer naar de bron hoeven te verwijzen, net zoals we niet meer weten dat het Nederlandse woord 'tunnel' ooit uit het Frans is overgenomen. Het is een deel van ons geworden.'

Tot slot, is hij niet bang voor scherpe kritiek en spandoeken over culturele toe-eigening van de wakkere generatie? “Tot nu toe is er geen kritiek. Frons en vraag. Mijn antwoord is simpel: invloed is de basis van alle kunst.'

'Cartier et les arts de l'Islam. Aux sources de la modernité' : tot 22 februari 2022 in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, madparis.fr , EXPO CATALOGUS in het Frans en Engels.